Werkgever doet geen aanbod vaste urenomvang aan oproepkracht
In een eerder blog schreef ik over de invloed die de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) heeft op oproepcontracten.
Wanneer oproepovereenkomst?
In dat blog kwam aan de orde dat de wet nu voor het eerst een definitie bevat van wat nu eigenlijk onder een oproepovereenkomst moet worden verstaan. Het is een tamelijk ingewikkelde definitie. Voor de geïnteresseerden, heb ik de tekst van de wettelijke bepaling onder dit blog opgenomen.
Een oproepovereenkomst kan dus verschillende vormen hebben, variërend van een 0-urencontract, tot een min-maxcontract (er wordt een minimum en maximum aantal uren afgesproken dat de werknemer zal werken) en dus zelf een uitzendovereenkomst in fase A met uitsluiting van de loondoorbetalingsverplichting in de eerste 6 maanden.
Verplicht aanbod vaste urenomvang
Als er sprake is van een oproepcontract, dan is de werkgever sinds 1 januari 2020 wettelijk verplicht om na 12 maanden een aanbod te doen aan de werknemer om een arbeidsovereenkomst aan te gaan voor een vast aantal uren. Dit aanbod moet uiterlijk in de 13e maand worden gedaan. Het aantal uren dient ten minste gelijk zijn aan het gemiddelde aantal uren dat de werknemer in de afgelopen 12 maanden heeft gewerkt.
De werknemer kan vervolgens zelf kiezen of hij het aanbod accepteert of niet. Doet hij dat niet, dan zal de werknemer weer 12 maanden als oproepkracht blijven werken. Daarna dient de werkgever opnieuw een aanbod doen. De werknemer zal dan opnieuw zijn keuze kunnen maken.
Geen aanbod
Maar wat nu als de werkgever het aanbod helemaal niet doet?
In dat geval heeft de werknemer gewoon recht op het loon dat hij zou hebben gehad als hij wel een aanbod had ontvangen en dat had geaccepteerd.
Dit is onlangs weer bevestigd door de rechtbank Amsterdam (ECLI:NL: RBAMS:2021:1924). In deze uitspraak heeft de rechter ook duidelijk gemaakt dat de betalingsverplichting ook geldt als de werknemer helemaal niet heeft gewerkt in die uren omdat de werkgever hem niet heeft opgeroepen. De werknemer hoefde zich zelfs niet beschikbaar te houden om te werken in de uren waarvoor de werknemer hem niet heeft opgeroepen.
Wettelijke definitie oproepovereenkomst
Volgens het 9e lid van artikel 7:628a lid 9 van het Burgerlijk Wetboek is er sprake van een oproepovereenkomst indien:
a. de omvang van de arbeid niet is vastgelegd als één aantal uren per tijdseenheid van:
1° ten hoogste een maand; of
2° ten hoogste een jaar en het recht op loon van de werknemer gelijkmatig is gespreid over die tijdseenheid; of
b. de werknemer op grond van artikel 628, lid 5 of lid 7, of artikel 691, lid 7, geen recht heeft op het naar tijdruimte vastgestelde loon, indien hij de overeengekomen arbeid niet heeft verricht.
Meer weten?
Heb je vragen over het onderwerpen uit dit blog? Neem dan gerust contact met mij op. Dat kan telefonisch (076-513 93 08) en per email (info@advocaatinbreda.nl). Je kan jezelf natuurlijk ook aanmelden voor het gratis spreekuur.